n/f

1377-7645

 

depuis le 18 février 2015 :
Visualisation(s): 926 (35 ULiège)
Téléchargement(s): 364 (1 ULiège)
print        
Rita Temmerman

Verschillen in vertaalcultuur
Hoe Engelse terminologische nieuwvormingen in het Frans en het Nederlands worden vertaald

(13 (2018))
Article
Open Access

Document(s) associé(s)

Annexes


1Vandaag is het Engels de taal van onderzoek en ontwikkeling. Dit impliceert dat nieuwe wetenschappelijke inzichten ontstaan in een dynamisch denkproces dat zich hoofdzakelijk afspeelt binnen de cognitieve ruimte van het Engels. Nieuwvormingen ontstaan in een creatief denkproces van individuele onderzoekers en bij gedachtewisselingen tussen onderzoekers onderling. Het creëren van nieuwe termen (nieuwvormingen of neologismen) maakt vaak deel uit van een kennisuitbreidingproces. Omdat het Engels wereldwijd de eerste taal geworden is van wetenschap en innovatie kan domeinverlies optreden bij andere talen zoals het Nederlands en het Frans. Domeinverlies betekent dat een taalgroep niet langer de eigen taal hanteert om na te denken en te communiceren over een aantal onderwerpen. Als zowel onderzoek en ontwikkeling als onderwijs en beleidsvorming het Engels als eerste taal gebruiken, riskeren we ook functieverlies in andere talen. Dat zou kunnen impliceren dat er niet meer ten volle kan worden nagedacht, gedoceerd, gepubliceerd en gediscussieerd, over een aantal vakgebieden in het Nederlands en het Frans en in andere talen omdat de terminologie niet meer actief wordt ontwikkeld. In dit artikel zullen we ons afvragen hoe Franstalige en Nederlandstalige wetenschappers neologismen die in het Engels zijn gecreëerd integreren in hun taalgebruik.

2Nederlandstalige en Franstalige vakspecialisten maar ook tekstschrijvers en vertalers doen aan secundaire termvorming, d.w.z. dat ze ofwel neologismen creëren in het Nederlands of het Frans op basis van wat ze begrepen hebben in het Engels ofwel dat ze termen zullen ontlenen uit het Engels. We gaan ervan uit dat primaire termvorming (Sager 1990:80) zich voordoet in het denk- en communicatieproces van een groep vaktaalgebruikers die van gedachten wisselen in dezelfde taal. Bij secundaire termvorming wordt een equivalent gezocht in taal B voor een begripseenheid die eerder al werd verwoord in taal A. De nieuwe term wordt dus vertaald uit taal A in taal B of wordt gewoon overgenomen in taal B. In dit artikel bespreken we verschillen in de vertaalcultuur tussen het Frans en het Nederlands wat neologismen betreft. We hebben nieuwvormingen (primaire neologismen) bestudeerd in een aantal Engelse teksten uit het vakgebied van de moleculaire biologie en hebben nagetrokken hoe het Frans en het Nederlands met deze nieuwvormingen omgaan (secundaire neologismen).

3Uit ons onderzoek bleek dat er redenen te geven zijn waarom een aantal Engelse nieuwvormingen geen taaleigen equivalent kunnen krijgen in het Nederlands en het Frans. Zo blijken bijvoorbeeld nieuwvormingen binnen het vakgebied van de moleculaire biologie voor een groot gedeelte uit afkortingen en letterwoorden te bestaan die hun oorsprong vinden in het Engels en waarvoor het moeilijk of weinig zinvol blijkt om er een equivalente afkorting in een andere taal voor te bedenken. Omdat er voor het Nederlands en het Frans verschillende taalpolitieke tradities bestaan moet deze vaststelling anders worden gekaderd voor het Nederlands dan voor het Frans.

4De Nederlandse Taalunie1, die in 1980 werd opgericht, stelt zich niet tot doel Nederlandse terminologie voor te schrijven of te reguleren (geen prescriptieve of proactieve benadering). Het project NEOTERM van NL-TERM (de Vereniging voor Nederlandstalige Terminologie), gesteund door o.m. de Nederlandse Taalunie, werd opgezet om neologismen te verzamelen en toegankelijk te maken voor alle belangstellenden. In de praktijk is NEOTERM en verzamelbank waarin nieuwvormingen worden opgenomen die hoofdzakelijk in de media worden gevonden of door individuele taalgebruikers worden ingestuurd. Binnen het gedeelde beleid van Nederland en België over de Nederlandse taal krijgt terminologie weinig aandacht. De Commissie Terminologie (CoTerm), een adviesorgaan voor terminologiebeleid dat in 1999 was ingesteld door het Comité van Ministers, werd met ingang van 1 januari 2013 opgeheven2. Wel is er NedTerm, een webplatform dat een aanspreekpunt wil zijn voor vragen en behoeften van terminologiegebruikers3. Wie in de taalgeschiedenis van het Nederlands gaat grasduinen beseft dat er in een ver verleden inspanningen werden gedaan om wetenschappelijke nieuwvormingen te bedenken4. Wat relevant is voor deze uiteenzetting over neologismen in de moleculaire biologie is dat er anno 2015 voor Nederlandse terminologie geen uitgesproken beleidsplan is terwijl dat er voor het Frans wel is.

5De Franse taal heeft een lange traditie in het ontwikkelen en voorschrijven van nieuwvormingen. De prescriptieve benadering van het taalbeleid (l’aménagement linguistique) staat onder supervisie van de Académie française. Voor het terminologiebeleid werden er verschillende initiatieven genomen in Frankrijk zoals de oprichting van het Centre de Terminologie et de Néologie (CTN) in 1987 door l’Institut National de la Langue Française in het kader van het Centre National de la Recherche Scientifique. Eén van de taken van het CTN was om wetenschappelijke en technische terminologie en neologismen te beheren en voor te schrijven. Op 4 augustus 1994 werd de zogenaamde “loi Toubon” van kracht. Deze wet gaf aan alle Franse burgers het recht om hun taal te gebruiken in de opleiding, op het werk en in de administratie. Er werden meerdere intiatieven genomen voor “l’enrichissement du français dans le plus grand nombre possible de domaines specialisés”5. Op 3 juli 1996 werd een Commission générale de terminologie et de néologie in het leven geroepen. De commissie stelde zich tot doel Franse termen te creëren voor vreemde woorden en vooral “des termes anglo-saxons” (ibid.). Om zich van deze taak te kwijten richtte de commissie zeventien gespecialiseerde domeincommissies op, waaronder ook een commissie die zich buigt over de terminologie van de biologie. FranceTerme6 is de terminologische gegevensbank waarin alle terminologie die werd gepubliceerd, in het officiële staatsblad verzameld wordt. De resultaten van de commissie biologie (Vocabulaire de la biologie: liste de termes, expressions et définitions adoptés - NOR: CTNX1308297K7), worden overgemaakt aan de Académie française, die de toestemming moet geven voor het publiceren van officieel goedgekeurde terminologie in de Journal officiel. De termen krijgen een definitie mee en eventueel een afkorting en “l’équivalent étranger”, meestal het Engelse equivalent. Voor het Frans bestaat er dus een duidelijk taalpolitiek plan rond het beheren, bewaken en voorschrijven van terminologie. Het is daarom merkwaardig dat er voor het Frans - net als voor het Nederlands - voor een vakgebied in volle expansie, zoals de moleculaire biologie, niet langer termen voorhanden zijn voor alle fenomenen, zoals blijkt uit ons onderzoek.

6In dit artikel zullen we de terminologie van de eiwitsynthese in eukaryotische cellen bespreken om er primaire termvorming in het Engels mee te illustreren (deel 2). In deel 3 gaan we in op secundaire termvorming in het Frans en het Nederlands. In deel 4 proberen we te begrijpen waarom secundaire termvorming soms niet haalbaar of weinig zinvol is.

7Overeenkomstig Sapirs overtuiging “the ‘real world’ is to a large extent unconsciously built up on the language habits of the group” (1926: 162 aangehaald in Harris 2005: 95) situeren we deze recente terminologische ontwikkelingen als “language habits” of als het gangbare taalgebruik van de moleculaire biologen binnen hun onderzoeksgroep die het Engels als lingua franca hanteert. We zullen ons onder andere afvragen of de kennis in moleculaire biologie ook samengaat met het cultuurgebonden creatieve vermogen van de Engelse taal zoals dat tot uiting komt in metaforisch onderbouwde neologismen. De taalgebruikers van de groep uit het citaat van Sapir zijn in ons artikel gedefinieerd als vakspecialisten in moleculaire biologie die binnen eenzelfde onderzoeksruimte proberen o.a. de werking van eiwitsynthese te doorgronden. Als we hier het taalgebruik bestuderen onderscheiden we:

8De eerste groep taalgebruikers creëert primaire neologismen, de twee andere groepen creëren secundaire neologismen.

Notes

1 http://taalunie.org/wat-doet-taalunie/activiteiten/terminologie

2 http://taalunie.org/organisatie/netwerk/commissie-terminologie-coterm

3 http://taalunieversum.org/sectie/nedterm

4 Eind 16de, begin 17de eeuw bedacht Simon Stevin Nederlandse wetenschappelijke termen (b.v. wiskunde, meetkunde, driehoek, middellijn) die nog altijd gangbaar zijn. Na de val van Antwerpen in 1585 hebben de Zuidelijke Nederlanden (sedert 1830 België) en Nederland een andere taalgeschiedenis gekend (zie b.v. de Vooys 1990; Vogl en Hünning 2010; Rutten e.a. 2014).

5 http://www.academie-francaise.fr/la-langue-francaise/terminologie-et-neologie

6 http://www.culture.fr/franceterme

7 https://www.legifrance.gouv.fr/affichTexte.do?cidTexte=JORFTEXT000027386833

Pour citer cet article

Rita Temmerman, «Verschillen in vertaalcultuur», n/f [En ligne], 13 (2018), 53-76 URL : https://popups.uliege.be/1377-7645/index.php?id=128.

A propos de : Rita Temmerman

Vrije Universiteit Brussel – Toegepaste Taalkunde – BIAL

Appels à contribution

appel test

Plus d'info